STEPHEN SHORE a retrospective Marseille

7 juli2016

Meer dan tweehonderd werken uit de periode 1960-2013 zijn te zien in Huis marseille in Amsterdam. Stephen Shore is een invloedrijk fotograaf met een lange carrière, die met droge rechtdoor-foto's doodgewone, alledaagse situaties en omgevingen in de Verenigde Staten (en later ook van elders) laat zien. Shore is pionier in de kleurenfotografie en heeft op het gebied van verkoop, exposities en boeken veel op zijn naam staan. Hij is docent en directeur van het fotografieprogramma aan het Bard College, New York.

Samen met zeven clubgenoten bezocht ik deze tentoonstelling, op dezelfde dag waren we bij Newton in Foam. Twee grote exposities op een dag...

▲Huis Marseille ademt - waarschijnlijk meer dan het onderkomen van het FOAM - de sfeer van oude grachtenpanden.
Hier zien we Shore's werk uit de beginperiode, geheel in stijl op klein formaat en meerdere rijen hoog. De bovenste rijen hangen wat ongemakkelijk hoog voor mensen die door de onderste (lees)helft van de bril moeten kijken...  

▲Ik bewonder Shore, het is een interessante fotograaf, maar ik ken geen grenzeloze adoratie want niet álles wat hij maakt kan me boeien. Sommige foto's blijven een raadsel. Ik heb in mijn club gevraagd wie ook zijn maaltijd wel eens fotografeert, dat was de overgrote meerderheid van de aanwezigen en ik ben zelf geen uitzondering. Maar waarom? Waarschijnlijk omdat het kan, bepaald niét omdat het boeiende en beklijvende kijkstof oplevert. Shore legde alles vast, in het kader van zijn onderzoek hoe de wereld er op een foto uitziet, hoe de Noordamerikaanse cultuur in elkaar stak, met verwondering de wereld tot zich nemend. Die verwondering moet je als fotograaf cultiveren door je continu af te vragen welke compositie de wereld jou op een willekeurig moment presenteert. Gretig kijken met een gretig oog.
Toch kan ik er de vinger maar niet op leggen waarom een ontbijt anno 1973 ruim veertig jaar later in een museum terecht komt. Dergelijke foto's zijn onderdeel van zijn verkenningen, daarmee bouwsteen voor het oeuvre van deze fotograaf en ze horen er in die zin helemaal bij, maar het fenomeen blijft toch vreemd...

▲Essex County, 1992-1995. Begin van een zwart-wit-periode. Zijn bewuste keus voor zwart-wit is een verrassende wending nadat Shore (met anderen) in de twee voorgaande decennia als fakkeldrager voor het gebruik van kleur in de kunstfotografie heeft gefungeerd. Het eerste project in deze periode speelt zich af in de Adirondac-bergen in de staat New York. De uitleg bij deze foto's legt het verband tussen de daar in de ondergrond aangetroffen gesteenten en de eerdere 'surface'-projecten. Ik moet toegeven dat zelfs met deze toelichting de beelden niet meer gaan spreken, het blijven boomschorsen en met mos bedekte rotsblokken...
Hetzelfde gevoel bekruipt me bij de serie die Shore maakte in de Oekraïne. Soms zijn dat opnamen die de bezochte plaatsen doeltreffend beschrijven, in die zin dat ik als toeschouwer door de fotograaf naar een interessante omgeving word meegenomen; maar even zo vaak zijn dat onverklaarbare snapshots.
Het conceptuele werk, waarin hij onder meer ieder half uur van een dag een vriend fotografeert, ligt nog verder van het werk dat ik van Shore bewonder.

▲New York City, 200-2002. Een huzarenstukje zet hij hier neer, niet alleen door foto's af te leveren waaraan alles tegelijkertijd klopt, maar ook nog eens door het te doen met een grootformaat camera met vlakfilm. Shore test hier hoever hij als vakman-fotograaf kan gaan. Huis Marseille laat op één lange muur drie van deze immense foto's zien.
▲Aantekeningen van de roadtrip in 1973. Ik laat hier een uitsnede zien omdat het huis 'Falling Water' van Frank Lloyd Wright uit 1935 er in voorkomt, maar vooral  vanwege de aantekeningen die Shore maakt over het aantal opnamen dat hij op een dag maakt: op 5 juli 1973 welgeteld vijf. Op de notities van andere dagen kom ik vergelijkbare aantallen tegen.
In een interview legt hij uit dat het geringe aantal opnamen dat hij produceert (doorgaans van ieder onderwerp maar één) deels wordt veroorzaakt door de omvang van de appparatuur, die je niet zomaar even verzet. Eerst kijken en beslissen wat je gaat doen, daarna pas opstellen. In één keer goed.
Daarnaast kost het belichten van grootformaatfilm, tezamen met de verwerking, een bedrag dat op een dag aardig kan oplopen.

▲De boeiendste serie: Uncommon Places (1973-1981). Shore sleurt je de VS door, op zoek naar het wezen van zijn land. Hij  laat op neutrale wijze zien wat hij aantrof in de dorpen en steden waar hij langstrok.
Gerry Badger in The Genius of Photography, p. 131: "A photograph is made by a photographer standing in a particular place at a particular time. All else follows, primarily the fact that the chief reason why photographers make photographs of places is to take the viewer there." 
Het gaat me om het laatste deel: de belangrijkste reden dat fotografen foto's maken van plaatsen is de toeschouwer er naar toe te brengen.
Shore neemt je mee naar locaties waarvan het onwaarschijnlijk is dat je er ooit geweest bent of ooit zult komen en wijst er naar met de hand op je schouder: kijk, dit is een foto die de moeite waard is om te bekijken, dit is een plek die ik interessant vond en die ik aan je wil laten zien.
De eerste fotografen die de moeite namen hun hinderlijk zware en omslachtige apparatuur naar Italië of Egypte te zeulen, brachten beelden terug die eerder alleen van woordelijke beschrijvingen, schilderijen en gravures bekend waren. Shore doet hetzelfde, maar dan met op het oog alledaagse lokaties en scenes. Alledaags, maar toch 'uncommon', in ieder geval voor mij als Europeaan. We zien stoffige, bijna verlaten dorpen die doen denken aan spaghetti-westerns, drukke omgevingen met Chevronreclames en door de aanwezigheid van auto's dateerbare hoofdstraten.
Shore laat samen met andere 'topographers' zien wat mensen met hun omgeving doen en hoe het stadslandschap er per saldo uit ziet. Het interessantst zijn de opnamen waarin mensen acteren, niet door hun achtergelaten sporen in de vorm van gebouwen en alledaagse rommel, maar door hun aanwezigheid, wachtend voor een rood voetgangerslicht, spanning brengend in het stadstoneel.
De toeschouwer er naar toe brengen, misschien is dat het onderscheid tussen foto's die je maakt als herinnering voor jezelf en foto's die je maakt om aan anderen te laten zien. Niet: kijk, ik ben op vakantie geweest, maar: kijk, dit is een foto die de moeite waard is om te bekijken, dit is een plek die ik interessant vond en die ik aan je wil laten zien, en daar heb ik zichtbaar moeite voor gedaan.
En het is een waar genoegen om nu zelf het bordje te kunnen lezen van de tandarts "DR. HARRY UNGERLEIDER DENTIST" op de foto met de bijnaam Der Rote Bulli.... een guilty pleasure, alsof je een BN-er in levenden lijve tegenkomt.

▲Winslow, Arizona, 19 september 2013 in de presentatievorm terugkerend naar de begintijd met een opstelling van drie rijen hoog. Shore bezoekt een plaats en legt het karakter van de lokale architectuur en stedebouw vast, zonder opsmuk; een excercitie van één dag, een zelf gekozen restrictie. Ik herken in deze serie veel van het werk dat voor mij favoriet is in het oeuvre van Shore, zij het dat 'Winslow' mij veel afstandelijker voorkomt dan American Surfaces of Uncommon Places. Hier geen drukke, met details overladen foto's, geen wijde blik in het stadslandschap maar nog meer nuchtere registratie en nog minder behoefte om commentaar, laat staan ironie of humor te verpakken in de opnamen.
Deze foto's zijn gemaakt met de digitale camera. Niettemin maakt Shore ook hier van een onderwerp slechts één opname, daarmee een oude gewoonte volgend die is ingesleten door het grootformaat camera waarmee Shore dertig jaar lang heeft gewerkt. Op verschillende plaatsen in deze expositie komen we Shore's door omstandigheden opgelegde of zelf gekozen beperkingen tegen. In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister...
Onze eigen gewoonte om van een scene meerdere of zelfs veel opnamen te maken is gegroeid door onrust en onzekerheid. Niet omdat het moet, maar omdat het kan, om met een hedendaagse reclameslogan te spreken, ongehinderd door fysieke of economische restricties. Die vrijheid keert zich tegen ons. We maken meer bijkomende rommel en kunnen moeilijker kiezen uit de betere opnamen.
Slow photography, dat zouden we vaker moeten doen. Eerst kijken en beslissen, in één keer goed.

▲Niet iedereen is fan... Commentaar in het gastenboek..;-)
Niettemin zeer aanbevolen: nog tot 4 september 2016.